Boekworc besprak van 3 artikelen over Belasting-ontwijking:
- "Tax us if you can" (Tax Justice Network TJN)
- "Illicit financial flows from Africa: hidden resources for development" (Global Financial Integrity, GFI)
- "Business among friends" (Oxfam)
Reden voor keuze van deze artikelen
Tijdens vorige bijeenkomst is het recente boek van Olivier van Beemen ‘’Heineken in Afrika’’ besproken. Heineken maakt daarbij gebruik van “internal mispricing” om zodoende quasi-legaal belasting te ontduiken en winsten naar bepaalde landen te sluizen. Daaruit vloeide de behoefte voort om nader kennis te nemen van de praktijken van belastingontwijking door multinationals en anderen.
Inhoudelijke discussie
Het artikel van Tax Justice Network (TJN) geeft vooral een uitleg over wat onder belasting verstaan wordt, dat belasting nodig is om publieke voorzieningen te financieren en hoe de belastingwereld georganiseerd is rond een beperkt aantal (4) grote accountancy bureaus. Deze bureaus beschikken over de exclusieve kennis en netwerken betreffende de verschillende belasting systemen in de afzonderlijke landen. Dat verschaft deze 4 bureaus een bijzonder sterke positie. Een positie waartegen vooral ontwikkelingslanden niet op kunnen.
Dit leidt tot een kapitaalvlucht naar de ± 70 belastingparadijzen die er mondiaal bestaan, hetgeen een bedrag oplevert van tussen de US$ 21.000 en 32.000 miljard. Als dit bedrag belast zou worden, zou dit jaarlijks gemiddeld zo´n US$ 235 miljard opleveren. Het bestaan van deze belastingparadijzen maken het mogelijk dat:
- vermogensbezitters en beheerders ontlopen hun belastingverplichtingen
- multinationale bedrijven worden bevoordeeld boven lokale bedrijven
- onwettige activiteiten worden verhuld
- de internationale financiële structuur wordt gedestabiliseerd
Een belangrijke factor in het belasting-onrecht is de z.g. belastingconcurrentie. Om buitenlands kapitaal aan te trekken overbieden landen elkaar met lage winstbelastingen, belastingvakanties etc., vaak zelfs op advies van de internationale financiële instituties. Dit leidt tot een benedenwaartse spiraal (race to the bottom).
Het artikel ‘’Business among friends’’ gaat over de mogelijkheden die multinationals benutten om belasting op een niet-illegale manier te ontwijken (schatting $104 miljard per jaar) en over de belastingvrijstelling die uit belastingconcurrentie overwegingen onderhandeld wordt met de overheid, voordat er sprake is van investeringen (schatting 138 miljard per jaar). In totaal dus 242 miljard per jaar die niet betaald hoeft te worden en terugvloeit naar de moederbedrijven. De OECD en de EU ondernemen nu acties om deze als ethisch onacceptabel en de integriteit van belasting innen ondermijnende praktijken aan te pakken: het Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting (BEPS). Echter, hierbij zitten ontwikkelingslanden niet aan tafel, zijn geen partij. Het is dus denkbaar dat er afspraken gemaakt worden waarbij deze praktijken worden teruggedrongen, maar dat deze afspraken slechts gelden voor de rijke landen. Daarmee zou deze praktijk in ontwikkelingslanden niet worden teruggedrongen.
In het artikel van de Global Financial Integrity (GFI) ‘’Illicit financial flows from Africa’’ is de invalshoek de onwettige financiële transacties vanuit Afrikaanse landen naar het buitenland. Om deze transacties te kunnen berekenen heeft GFI gebruik gemaakt van modellen die het FMI en de Wereldbank ook gebruiken. Dat geeft een hoge mate van integriteit van de schattingen, nodig om eventuele controverses voor te zijn. Het GFI heeft berekend dat er sinds 1970 in totaal zo’n $ 854 miljard onwettig Afrika is uitgestroomd. Dit bedrag is drie keer zo hoog als de totaal uitstaande leningen van Afrikaanse landen. Maar een voorzichtige schatting voor de periode 2000-2008 komt erop neer, dat er rond de $50 miljard per jaar het continent verlaat. Daarmee stroomt er jaarlijks netto geld van Afrika naar de rest van de wereld. GFI concludeert uit deze cijfers dat het dan ook niet verwonderlijk is dat Afrika nog steeds arm is. Bij deze berekeningen zijn niet inbegrepen de bedragen die gemoeid zijn met criminaliteit, diamant smokkel en dergelijke.
De leden van Boekworc komen tot een aantal constateringen:
- De bedragen die via ontwikkelingssamenwerking worden besteed, zijn vergeleken met deze bedragen ondergeschikt. Waar zijn we mee bezig?
- Coherentie van beleid zou ook hier betekenen dat er iets aan gedaan wordt, dat ontwikkelingslanden ook bij de OECD en EU aan tafel zitten, een volwaardige gesprekspartner zijn. Edoch, deze landen hebben die capaciteit vaak niet.
- De belasting ontwijking en belasting voordelen voor multinationals versterken o.a via belastingconcurrentie van ontwikkelingslanden een race-to-the-bottom in een globaliserende wereld.
- Er is een grote schemerzone waar weinig toezicht op is, zoals internal mispricing. Op die wijze kan veel geld een land verlaten.
- De multinationals betalen gemiddeld 5% aan belasting, terwijl de lokale bedrijven gemiddeld 30% aan belasting betalen. Deze onevenwichtigheid geeft multinationals een grote voorsprong op het lokale bedrijfsleven. Een aangescherpte corporate governance van multinationals zou ernaar kunnen streven om intern deze onrechtvaardige relaties te voorkomen.
- Nederland zou een Masters opleiding op het gebied van Fiscaliteit kunnen oprichten, om zodoende de capaciteit en kennis te vergroten in ontwikkelingslanden. De aldus opgeleide trainers zouden lokale inspectiediensten kwalitatief en kwantitatief kunnen versterken.
- Universiteiten en Hogescholen in ontwikkelingslanden zouden geholpen kunnen worden om in hun curriculum een component fiscaliteit op te nemen en meer onderzoek te doen.
De leden vroegen zich af wat er nodig is om een en ander in beweging te krijgen. Heineken bijv. lijkt niet van zins om zijn praktijken in Afrika aan te passen, lijkt niet van plan om te reageren op het boek Heineken in Afrika. Gezien de comfortabele, om niet te zeggen arrogante positie van veel multinationals lijkt doorgaan met shaming and blaming nu het meest op zijn plaats. Zo is het ook gegaan met de tabaksindustrie, en de rookverboden. In een later stadium zou er gezamenlijk naar een werkbare oplossing gezocht kunnen worden. Het zal echter een titanenarbeid worden, want de bier-sector is er maar één uit velen, en bijv. de mijnbouw lijkt bijzonder hardleers. Voorlopig bewegen de multinationals (nog) niet.
Amsterdam, 14 maart 2016
Vereniging NEDWORC | Boekworc
Deelnemers: Margo Kooijman (moderator), Eric van der Sleen, Karel van Hoestenberghe, Gabrielle Athmer, Gerrit van de Klashorst en Paul Hassing (verslag).